zaterdag 7 maart 2015

Daar breekt mijn klomp!

Ik vind het altijd heerlijk als mensen de moeite nemen om met mij mee te denken wanneer ik ze een probleem, waar ik tegen aanloop, voorschotel. Of eigenlijk moet ik 'uitdaging´ zeggen. Probleem is zo negatief beladen. En een uitdaging... daar houden we over het algemeen toch allemaal van?

Een van mijn recente uitdagingen openbaarde zich een werkgever geleden. Na ruim een jaar trouwe dienst en niks dan lof te ontvangen vond ik het toch wel eens tijd worden voor een beloning in de vorm van meer centjes op de rekening. Het leven wordt duurder, dan zou het salaris niet goedkoper moeten worden. Dus ik trek de stoute schoenen en bespreek mijn 'uitdaging' en wensen met mijn toenmalige manager.

Met lage tot geen verwachtingen ben ik het gesprek aangegaan. Er wordt met de volle aandacht geluisterd en ook wordt mijn 'uitdaging' erkent als zijnde 'uitdaging'. Dit gaat de goeie kant uit denk ik bij mijzelf. Fijn dat je er ook nog even bij te horen krijgt wat voor grootse plannen hij met je heeft op professioneel vlak. En hoe waardevol je bent voor het project en als collega zijnde. Een mooie ego-boost zeg maar.

Mijn gezicht begint te stralen en er verschijnt zelfs bijna een tand-ontblote glimlach... Bijna.

Want na het mooie verhaal komt die vervloekte MAAR..
"Beste Simone, ik kan je verzoek niet honoreren." Na deze woorden hoorde ik alleen nog maar blablabla bla bladiebladerdebladieblaat! Bezuinigingen bladieblaat blabla blaaaaaaat.

En net wanneer ik denk dat het gesprek te einde is, gebeurd het...
"Simone? Zou het geen optie zijn als je op een studentenkamertje gaat wonen? Dat zou je een besparing in huurkosten kunnen opleveren. En je hebt ook een auto toch? Heb je die wel echt nodig? Je kunt ook met het openbaar vervoer komen toch? Dan verkoop je de auto, dat levert ook weer wat extra geld op."

Ik kijk hem vragend aan en vervolgens kijk ik de kamer rond. "Waar hangen hier de camera's?" vraag ik hem nog. Maar zijn gezicht blijft in een plooi en zijn ogen kijken mij nu vragend aan."Hoe bedoel je?"
Hij is serieus. Hij wil met mij meedenken, als dat inhoudt dat hij mij niet 'kwijt' raakt. Wederom verschijnt er een bijna-ontblote glimlach op mijn gezicht. Eentje die de verbijstering en ongeloof van mijn gezicht verbergt. Ik bedank hem vriendelijk en loop terug naar mijn werkplek.

Geen paniek! dacht ik nog. We hebben blijkbaar allemaal zo onze eigen 'uitdagingen'. Die van mij valt dus blijkbaar nog mee.. Duidelijk mag zijn waarom hij mijn toenmalige manager is.